“Twaalf jaar geleden stapte ik in Rotterdam uit de trein en ik wist meteen: dit is mijn stad,” vertelt Oksana uit Turkmenistan. Ze woont inmiddels met haar dochter in Rotterdam-Zuid, maar haar weg hiernaartoe was lang.
Van Turkmenistan naar Rotterdam
Oksana groeide op in Turkmenistan, waar het tot haar 22e verboden was voor vrouwen om alleen te reizen. “Je moest getrouwd zijn of met je ouders gaan. Twee dagen na mijn verjaardag pakte ik mijn kans en vertrok ik naar Moskou om te studeren.” Daar leerde ze haar man kennen, met wie ze later in Istanbul ging wonen. “Toen hij een baan kreeg bij een groot bouwproject in Nederland, verhuisden we samen naar Delft. Daarna ontdekten we Rotterdam, en daar viel alles op z’n plek.”
Haar eerste indruk van Nederland was niet positief. “Ik kwam in november aan in Amsterdam. Het was koud, nat en winderig, en ik werd meteen ziek. Maar toen ik voor het eerst in Rotterdam uitstapte, voelde ik iets heel anders: energie, diversiteit, en die mix van moderne hoogbouw en oudere gebouwen. Ik werd er direct verliefd op.”
Leven in een diverse stad
Wat Oksana het meest waardeert, is de diversiteit van Rotterdam. “Ik kom uit een land waar christenen en moslims vaak moeilijk samenleven. Hier zie je zoveel culturen en religies bij elkaar, en toch is er vrede. Dat is bijzonder.”
Ze ervaart die diversiteit ook in haar werk. “Bij mijn vorige werkgever hadden we wel 65 nationaliteiten. Aan tafel zaten Italianen, Indiërs, Nederlanders, Duitsers, ikzelf uit Turkmenistan… En toch vormden we een team. Hier kijken ze naar ervaring, niet naar afkomst of geslacht. Dat vind ik prachtig.”
Zelf spreekt ze geen vloeiend Nederlands, maar dat ziet ze niet als probleem. “Iedereen spreekt Engels. In Turkije moest ik de taal leren omdat niemand Engels sprak, en dat deed ik ook. Hier is dat niet nodig. Het internationale karakter van Nederland maakt het juist makkelijk om mee te doen.”
Integreren en bijdragen
Toch was integreren niet altijd eenvoudig. “In Turkmenistan zijn buren bijna familie. Hier houden mensen meer afstand. Ik bracht mijn buren eten om mezelf voor te stellen, maar niet iedereen reageerde vriendelijk. Dat was wennen.”
Met haar dochter vond ze langzaam haar plek. “Via de speeltuin ontmoette ik andere ouders, en stap voor stap bouwde ik een netwerk op. Ik ben actief betrokken bij mijn buurt, van schoonmaakacties tot kleine initiatieven. Alles begint bij onszelf: als we onze omgeving schoon en veilig houden, geven we een voorbeeld aan onze kinderen.”
De toekomst laat Oksana open. “Misschien verhuis ik ooit nog, maar als ik in Nederland blijf, dan is het zeker in Rotterdam. Mijn dochter zegt altijd: ‘Mama, laten we naar huis gaan, naar Rotterdam.’ Voor haar, en daardoor ook voor mij, is dit echt thuis geworden.”