“Toen ik vrijwilliger werd voor het Internationale Film Festival werd ik een beetje verliefd op Rotterdam,” zegt Nazanin uit Iran. Toen ze 21 was, verhuisde ze naar Berlijn, Aken en daarna naar Den Haag. “Ik heb altijd korte tijden in steden gewoond, ook in Iran. Dus ik heb nooit écht kunnen landen. Zelfs niet in Iran; daar accepteerden mensen niet wie ik was. Ook in Berlijn kon ik niet aarden. Dat was wel een wereldstad, maar ik was 21 en kwam net uit Iran. Dus dat was heel veel. Die stad was dus ook een tussenplek voor mij.” In 2001 verhuisde ze voor haar studie naar Den Haag, maar ook daar kon ze niet aarden. Tot ze in Rotterdam terecht kwam twaalf jaar geleden. “Ik voel me nergens in de wereld zo thuis als in Rotterdam. In Rotterdam kan ik echt wortelen. Het heeft een allure en mentaliteit die ik fijn vind. Daarom voel ik me er thuis.”
Poort naar de stad
Hier werd ze vrijwilliger bij het Internationale Film Festival Rotterdam. “Dat was voor mij een soort poort naar de stad. Zo leerde ik al mijn vrienden én mijn man kennen. Dus het is geweldig dat je dat zo’n netwerk kunt opbouwen hier.” Nog steeds is ze vaste klant van het internationale filmfestival. En ze vindt meer dingen mooi aan de stad. “Ik vind de Maas echt geweldig. De stad biedt ook heel veel ruimte voor experimenten. Daardoor zijn er veel dingen mogelijk. Daar hou ik van.”
Jezelf openstellen
Dat is ook haar advies naar andere nieuwkomers. “Stel jezelf open. Dan stelt de stad zich ook open voor jou.” Dat is volgens haar wel nodig voor de toekomst van de stad. “Ik ben heel trots op de diversiteit van de stad en daar onderdeel van te kunnen zijn. Maar ik zie ook de moeilijke kanten. Ik zie veel bubbels en kloven tussen de culturen. Het populisme wordt steeds groter. Daardoor wordt die kloof groter. Mensen kijken wantrouwend naar elkaar. Dat zie je door de uitslag van de verkiezingen. Daar moeten we als samenleving niet voor open staan. Ik hoop dat mensen elkaar meer gaan opzoeken.”