“Ik probeer Nederlanders te imiteren. Zo zag ik dat zij de fiets gebruiken als transportmiddel, dus hebben wij een fiets gekocht,” zegt Gaby uit El Salvador. Ze kwam vier jaar geleden naar Rotterdam met haar gezin. Daarvoor woonde het gezin vijf jaar in Panama. In beide gevallen was dit vanwege het werk van haar man. In Panama kreeg het gezin de keuze tussen Duitsland en Rotterdam. “We verkozen Rotterdam omdat de stad meer multicultureel is en hier meer Engels wordt gesproken. Daarom dachten we dat we hier makkelijker konden integreren.
In de voorbereiding naar hun verhuizing, lazen ze veel op internet en zagen ze veel video’s over de stad. “Zodat we wisten wat we konden verwachten.” De eerste indruk in Rotterdam was de vrijheid. “We verhuisden in de coronaperiode. Toen ik hier kwam, was ik in shock, maar positief. In Panama mochten we niets en moesten we gezichtsmaskers dragen maar hier was iedereen vrij. Iedereen ging gewoon naar school.”
Verschillende tradities
Ook was ze verrast door de diversiteit aan mensen in de stad. “Dat is tegenovergesteld in El Salvador. Op school zag ik alleen enkele Duitse kinderen. Hier komen mensen echt overal vandaan. “Ik vind dat echt leuk, want je leert verschillende soorten mensen en culturen, verschillende soorten eten. Zo hebben we Turkse vrienden en nodigden we hen uit tijdens Pasen. Daar ontdekten we bijvoorbeeld dat wij als katholieken hele andere tradities hebben. Wij lieten hen zien wat onze tradities zijn en zij wilden dat ook echt leren.”
Nederlanders imiteren en lieve buren
Toch vonden Gaby en haar gezin het niet moeilijk om haar thuis te vinden in Rotterdam. “We keken gewoon naar wat Nederlandse mensen doen hier en imiteerden dat. Zo zagen we dat de meesten de fiets gebruiken als transport, dus wij kochten ook een fiets. Zo werden we onderdeel van de stad. Als je dat niet doet, blijf je apart leven. Ook hadden we geluk dat we fijne buren hadden. Ze verwelkomden ons heel erg, zo vroegen ze rond kerstmis ze op of we oliebollen wilden proberen bij de kraam voor de deur. En ze vroegen of we mee wilden naar het theater. Zo gaven ze ons het gevoel dat we bij de gemeenschap hoorden.” Het gezin ging niet alleen naar het theater en de oliebollenkraam, maar ontdekten heel de stad. “Er gebeurt veel hier, je kunt naar musea, naar festivals…”
Tradities van thuis
Ze voelt zich hier zo thuis, dat ze weinig behoefte heeft aan dingen uit haar thuisland. Al probeert ze nog wel de cultuur en het eten mee te geven aan de kinderen. “El Salvador is bekend van een soort torilla met kaas. Dat heb ik gemaakt voor de kinderen zodat ze zich thuis voelen. En in het eerste jaar gingen we naar de ambassade om de onafhankelijkheid te leren. De kids leerden daar over ons eten, de tradities, maar dat is het.”
Alhoewel het plan eerst was om hier tijdelijk te blijven, wil het gezin nu in Rotterdam blijven wonen. “Tuurlijk klagen veel mensen over het weer, maar ik denk dat je leert om daarmee te leven.” De kinderen zijn de grootste reden dat ze willen blijven. “Zo krijgen ze hier beter onderwijs en een beter leven. En hier kunnen ze zelf naar het park en naar school gaan omdat het hier veilig is. In El Salvador moet je in een bubbel leven want het is een onveilig land.”