Selecteer een pagina

“Iemand vroeg me waar ik vandaan kwam. Ik zei Cuba, maar die persoon zei ‘nee, je bent een Rotterdammer.’ Kijk hoe je je kleedt, hoe je beweegt en hoe je je kleedt. En ik keek naar mezelf en zei: ‘ja dat klopt'."

Cuba, Abel Marcel

“Ik voelde me al snel thuis, want Rotterdam is net als Havanna een haven,” vertelt Abel uit Cuba. Hij kwam hier als eerste in 2009 toen hij mocht spelen op het bekende North Sea Jazz en Black Summer festival. “Na dat bezoek, deed ik wat bezoeken en interviews in Rotterdam. En ik wilde studeren aan het Codarts. Want in Cuba kun je alleen hedendaagse muziek studeren, geen hedendaagse. En de eerste school voor Cubaanse muziek was opgezet door een Nederlandse musicus.” Hij kreeg een beurs en mocht zijn droom waarmaken. Op 24-jarige leeftijd startte hij in 2010 zijn opleiding aan het Codarts. 

Multiculturele anonieme haven

“De eerste keer dat ik hier kwam, zag ik iets anders dan wat ik was gewend, maar ik voelde me meteen thuis, omdat Rotterdam ook een haven is. Havens zijn ook altijd multicultureel want daar reizen veel mensen vanaf en heen. Rotterdam is niet zo groot maar toch geeft het je een gevoel dat je anoniem kunt zijn. Dat in de Tweede Wereldoorlog een deel is gebombardeerd, zorgt voor verschillende stukken met verschillende soorten architectuur. Daardoor krijg ik altijd het idee dat ik al reis als ik ín de stad loop. Dus ik hoefde geen moeite te doen om me thuis te voelen.” 

Daarbij houdt hij van de vrijheid en de mogelijkheden. “In Cuba is een totalitair regime, daar kun je niet vrij zijn. Hier wel. Iedereen kleedt en gedraagt zich hoe diegene wilt. Ik heb hier echt de balans tussen individualisme en gemeenschap geleerd. Ook geeft deze stad me het platform om aan mezelf te werken als persoon en een project. En ik ontmoette tijdens mijn studie mijn vriendin.” Toch ging hij voor twee jaar naar Amsterdam. “Ik kwam terug, want in Rotterdam kan ik blijven leren. Het is hier zo divers, dat je vanuit verschillende standpunten leert te denken en kijken. Zo kan ik leren over mensen, muziek en kunst.”

Andere realiteiten

Om nog meer te leren, probeert hij connectie te maken met verschillende soorten mensen. “Eerst zat ik nog in een bubbel van andere expats maar ik wilde meer connectie maken met de stad en andere mensen die hier wonen. Ik connect met mijn studenten, Nederlands of internationeel, en ik probeer mezelf in hun te verplaatsen. Op die manier kan ik nog meer realiteiten leren dan die waar ik in zit. Zo was ik laatst bij een performance waar mensen voor applaudiseren. De organisator stopte het applaus en zei dat het geen performance was. Zo besefte ik me dat er verschillende realiteiten zijn en ik ze niet allemaal meekrijg, onder andere door de taal. Er zijn hier veel gemeenschappen die wat hebben te zeggen, hun eigen geschiedenis en muziek hebben. Dat krijg ik nu niet genoeg mee.”

Rotterdammer

Nu is hij een trotse Rotterdammer. “Twee jaar geleden vroeg iemand me op straat waar ik vandaan kwam. Ik zei Cuba, maar die persoon zei ‘nee, je bent een Rotterdammer.’ Kijk hoe je je kleedt, hoe je beweegt en hoe je je kleedt. En ik keek naar mezelf en zei: ‘ja dat klopt.’ Ik zou willen dat we ons allemaal broeders zouden voelen van elkaar in Rotterdam. Nu zijn er nog verschillende gemeenschappen en dat is leuk om te zien, maar persoonlijk zou ik meer interactie willen tussen die gemeenschappen. Het gebeurt wel een beetje maar het kan meer.”

Cuba representeren

Toch volgt hij nog bepaalde Cubaanse tradities. “In Cuba zijn we heel gastvrij, we laten mensen zich thuis voelen en we delen alles, dat vind ik heel belangrijk. Ik hou ervan om mensen te helpen.” Ook verwerkt hij Cuba in zijn werk als pianist. “Ik ben me bewust van wat het betekent om Cuba te vertegenwoordigen. En hoe ik dat laat zien in mijn kunst. Dus ik denk goed na over wat Cuba betekent voor mij en voor de wereld en wat Cuba echt is. Dat kan ik nu goed analyseren van buiten af.”

Hard werken en pragmatisme

Abel Marcel heeft al veel eigenschappen die bekend staan als Nederlands. “Ik ben wel wat direct. Mensen zeggen dat het ook een Nederlandse gewoonte is om hard te werken en niet op te geven; dat was ik ook al van mezelf. Maar ik word nu wel nog eerder wakker dan vroeger. Die discipline heb ik wel geleerd in de Nederlandse cultuur. Ik hou ook van het pragmatisme. Soms hoef je niet lang na te denken over wat je moet doen, dat weet je wel. Gewoon doen. Je hoeft het niet te analyseren.”

Focus

Dat zou hij ook andere nieuwkomers willen adviseren: doen! “Het mooie van verhuizen naar een andere plek is dat je daar kunt leren. Dus leer van elke hoek van Rotterdam en elke gewoonte. En wees je bewust van je doelen. Vergeet niet waarom je hier komt. Want Rotterdam geeft je die ruimte om je te ontwikkelen als je maar focust daarop.”

Want to read more stories?