Een Turk, een Marokkaan, Jhon wordt voor alles aangezien. Maar weinig mensen raden waar hij écht is geboren: Colombia! “Daar heb ik helaas geen herinneringen meer aan. Waarschijnlijk omdat adoptie een traumatische ervaring is. Maar dat heb je nog niet door als je jong bent.” Met zijn zusje kwam hij op vierjarige leeftijd terecht in Spijkenisse “bij een hele fijne moeder en een hele fijne vader.”
Minder alleen
Pas na een aantal jaren in Spijkenisse leerde hij Rotterdam kennen. “De eerste herinnering daaraan is toen ik in de metro naar de stad zat. Toen was er minder hoogbouw dan nu, toen was Rotterdam wel mooier.”
Eenmaal daar op de middelbare school ervaarde hij dat er meer mensen zijn die niet in Nederland zijn geboren. “Dat vond ik verademend. Ik kwam ik erachter dat er meer mensen zijn die er hetzelfde uitzien als ik, met dezelfde huidskleur enzo. Dat zorgde dat ik me minder alleen voelde. Ik voelde me meer op mijn plek en veiliger.”
Een beetje moeite doen
Toch erkent hij dat je als nieuwkomer moeite moet doen om je thuis te voelen in de stad. “Gelukkig kan ik zeggen dat Rotterdam voor studenten en expats wel een stad is die er voor je is, maar je moet er wel een beetje moeite voor doen. Dat komt denk ik omdat Rotterdam nog wel die arbeiders-vibe heeft. Alle Rotterdammers zeggen niet uit zichzelf: kom maar. Maar als je ze eenmaal kent, doen ze dat wel!”
Wenen als voorbeeld
Jhon heeft moeite gedaan en hij voelt zich dan ook thuis in Rotterdam. “Nu wil ik blijven. Maar als er een stad is waarin ik binnen Europa zou willen wonen, is dat Wenen. Die stad heeft dezelfde atmosfeer als Rotterdam maar is met bepaalde dingen net wat progressiever en socialer. Dus je kunt zeggen dat Wenen nog wel een voorbeeld is van wat Rotterdam kan zijn.”
Woonplaats delen
Zo denkt hij dat we de diversiteit van de stad nog wel beter mogen omarmen. “Ondanks onze verschillende kenmerken, delen we toch onze woonplaats. Dus zolang dat het geval is, moeten we het naar ons zin maken met elkaar.”