Selecteer een pagina

“Alles was zo grijs en plat. Alles zo netjes en opgeruimd, zelfs de huizen leken wel gebouwd in stapeltjes.”

Chili, Claudia

“Water, zoveel water!” roept Claudia als ze bedenkt wat haar opviel aan Rotterdam. Dat is ook niet gek, want ze studeerde aan de hogeschool van Rotterdam aan de Coolhaven. “Als ik de Brienennoordbrug oprij en aankom in Rotterdam en dat water zie, voel ik dat ik thuis ben.” Water heeft een diepe betekenis voor deze Chileense. “Door haar golven beweegt het, heeft het pieken en dalen. Het is niet statisch. Dat maakt me rustig. Dus als ik een rustig moment wil hebben, ga ik langs het water.”

Uitgenodigd door de koningin

Deze Chileense woont al in Nederland sinds 1989. “Twee jaar eerder vluchtte mijn vader uit Chili vanwege de dictatuur daar. In de tweede golf is hij verbannen uit het land dus moest hij op zoek naar een andere woonplaats. Hij was leraar en werd met andere leraren door de koningin van Nederland uitgenodigd om naar Nederland te komen vanwege een project.” Claudia en de rest van haar gezin voegde zich twee jaar later bij haar vader in Waddingxveen. Toen was ze dertien.

Grijs, plat en kousen

“Mijn eerste indruk van Nederland was grijs en plat. Ik miste de bergen van Chili. Ik zag ook geen kleur. Alles zo netjes en opgeruimd , zelfs de huizen leken wel gebouwd in stapeltjes. Ook hadden de huizen geen verschillende kleuren. Ik zag wel veel groen. We woonden midden in de weilanden, akkerbouw en koeien; dat was voor mij de eerste keer dat ik zo’n type landschap zag.”

Claudia en haar gezin werden niet alleen verrast door het landschap, maar ook door de mensen. Ze woonden namelijk in wat bekend staat als de bijbelgordel. “We zagen een kousengemeenschap en de zwarte kerkgemeenschap. Die hoedjes waren voor ons wel verrassend. Dat was echt de eerste keer. Maar wij waren voor hen ook apart. Wij waren de eerste ‘exotische bewoners’. Toch waren de mensen heel beschermend, vriendelijk en warm. Ze hielpen ons heel veel. We hadden niks. Zij brachten ons kleding en spullen, dus ik voelde me vanaf dag 1 welkom. Een veel zachtere landing dan de mensen die nu in een een asielzoekerscentrum opgevangen worden.”

Toch voelde ze zich als kind ook echt anders. “Ik ben niet zo groot. Iedereen hier is lang. Dat vond ik wel heel confronterend. Ik voelde me echt bekeken als exotisch kind. Ook had ik verdriet dat ik alles moest achterlaten, vooral mijn familie miste ik. Maar ook was ik blij met en dankbaar voor de nieuwe plek die veilig was. Dat is natuurlijk tegenstrijdig.

Sesamstraat en appels

De gereformeerde gemeenschap leerde Claudia ook met Nederlands leren. “Dan kwamen mijn medeleerlingen met een glas en een appel en vertelden ze wat het was. Na school gaven vrijwilligers uit de buurt ons gratis prive les.” Buiten school moest ze hard doorleren, want haar jongere broertje en zusje hadden de taal wel al sneller opgepakt. Gelukkig was ze leergierig om te leren en was daar de TV. “Kinderprogramma’s helpen bij het leren van een taal, want zij gebruiken laagdrempelige woorden. Zoals Sesamstraat. Het leek eerst abracadabra maar toen opeens had ik het onder de knie,” lacht ze.

Verliefd op Rotterdam

In ‘97 kwam ze naar Rotterdam om te studeren aan de hogeschool. “In het tweede jaar raakte ik al zwanger. Ik was de enige die daar rondliep met een dikke buik en niet op de avondschool kwam,” lacht ze. Met haar partner vond ze een huis in Rotterdam Zuid en daar zijn ze niet meer weggegaan. 

”Tuurlijk was de keuze voor Rotterdam vanzelfsprekend door mijn studie, maar ik werd wel echt verliefd op de stad. Ik hield van de diversiteit aan type mensen en culturen. Dat geeft wat meer kleur en chaos, het is dan niet meer zo gestructureerd. Ook hou ik van het contrast tussen oud en nieuw in de stad. En de geschiedenis vond ik interessant. Ik vond het fascinerend; de stad lijkt zo groot maar als je er eenmaal woont, is het zo klein.”

De afgelopen jaren is Rotterdam wel wat veranderd. “Maar niet veel. Nu zie je gewoon een nog grotere mix aan culturen. Denk aan eten, uitgaansgelegenheden, talen, gebruiken, kleding. Het wordt steeds zichtbaarder. Ik voel me altijd alsof ik in het buitenland ben als ik buiten loop.” Ze adviseert nieuwe Rotterdammers dan ook om dat ten volste te ervaren. “Niet vanuit je hersenen, vanuit wat je al denkt te weten over culturen. Maar vanuit je hart en zintuigen. Ruik, zie hoor en proef. Dan kom je er vanzelf achter hoe mooi Rotterdam kan zijn en hoe de mensen daar vorm aan geven.” 

Ruimte

Ze hoopt dan ook dat de stad die ruimte houdt. “Want nu worden er veel woningen gebouwd. Hele hoge torens blokkeren soms wat mooi is om te zien aan Rotterdam.”

Want to read more stories?