Mila vluchtte in ‘89 met haar dochter uit Armenië naar Nederland. “Het was een moeilijke tijd toen de Sovet-Unie uit elkaar viel. Mensen waren allemaal in de war. Ik wist niet hoe ik verder moest met mijn dochter.” Toevallig was haar vriendin met een Nederlander getrouwd. Zij overtuigde Mila om ook te komen. Ze kwam eerst aan in Hillegom. “Mijn dochter leerde een jaar Nederlands en wilde daarna studeren. We wonnen verschillende adviezen in en kozen toen voor de Erasmus Universiteit.”
Multicultureel, onveilig en vies
Ze verhuisden in 2000 naar Rotterdam Zuid. Daar voelde ze zich nog niet meteen thuis. Mila voelt een groot verschil tussen Armenië en Rotterdam. “En Rotterdam is in twintig jaar ook veranderd. Het is nóg multicultureler geworden. In Amsterdam is het anders; dan ben je echt in Nederland. Maar als je in Rotterdam bent, is het bijna onduidelijk waar je bent. Ik vind die vele nationaliteiten goed, maar de veiligheid moet goed zijn. Rotterdam is onveiliger en viezer geworden. “Soms als ik boos was, riep ik: ‘Wat doe ik hier?!’,” lacht ze.
Onderzoeken
Daarom is haar advies naar andere nieuwkomers dan ook om niet te snel boos te worden, maar open-minded te blijven. “De multiculturele samenleving is moeilijk te accepteren als je van een eentonig land komt. Maar je moet onderzoeken: lopen, kijken wat er is, kijken wat beter kan. Je moet je wortelen. Waar het goed voelt, moet je blijven plakken. En probeer met aardige en gelukkige mensen om te gaan die niet zeuren,” lacht ze.
Trots op Armenië
Nog steeds heeft ze wel eens heimwee naar Armenië. “Ik ben trots om een Armeniër te zijn en het is een eer om mijn volk voor te stellen. Het is een oud, aardig, open, vreedzaam en hardwerkend volk. In Armenië zou wie dan ook zich thuis voelen. Het is zó veilig dat je ‘s nachts op elke plek alleen kunt lopen. Ik ben daar ook niet bang van mensen. Ik hou van mijn land.” Ze gaat dan ook regelmatig terug.
Mooier en boeiender
Uiteindelijk is Mila blijven op de plek die goed voelde en blijft daar: Rotterdam. “Het is over de jaren heen mooier en boeiender geworden. Het is een moderne stad.” Nu haar dochter een gezin heeft gesticht en Mila kleinkinderen heeft, voelt ze zich hier definitief thuis. “Ik voel ik me gelukkig en thuis hier. Het is míjn stad geworden. Ik ben Rotterdamse. Daar ben ik ook trots op.”