Selecteer een pagina

"Ik hou van kimchi, Koreaanse rijst en K-drama maar ik ga ook graag over als actie, net het Rotterdamse gezegde ‘Niet lullen, maar poetsen!’"

Zuid-Korea, Martine

“Zoals iedereen nu Korea kent, met de K-pop en de Kimchi, dat was veertig jaar geleden absoluut niet zo,” vertelt Martine. In 1984 werd ze op 3-jarige leeftijd met haar twee oudere zussen geadopteerd door en Nederlands stel. Gelukkig had Nederland toen een programma om Zuid-Koreaanse peuters te helpen door ze gezamenlijk te adopteren. Het land was namelijk verscheurd door oorlog met eerst wat we nu kennen als Noord-Korea en later met de eigen dictator en het leger. De oorlog is eigenlijk nog steeds niet afgelopen, maar nu heerst wel een wapenstilstand. Daardoor is het land nu een betere economie en democratie dan in de tijd van Martines moeder. “De economie was toen echt slecht. Als je in die tijd laagopgeleid was en je man kwijt raakte terwijl je drie kinderen hebt, was het ontzettend moeilijk een bestaan op te bouwen. Dus om zelf een kans te hebben in het leven, heeft mijn moeder ons ter adoptie afgestaan.”

Ze kwam terecht in een provinciestadje in Gelderland. Toen ze 19 jaar was en wilde gaan studeren, keek ze naar steden om naar te verhuizen. Eerst koos ze voor Maastricht. “Maar dat was meer omdat mijn ouders toch wilde dat ik rechten zou studeren, dus ik had gekozen voor de studie internationale rechten.” Een maand voordat de studie begon, trok ze zich toch terug. 

Een feestje

“Ik wilde uitvliegen naar een échte stad: een stad die rauw is en niet te toeristisch is. Mijn andere zussen woonden al in Amsterdam en Utrecht, iedereen ging naar Amsterdam, dus ik dacht, dan ga ik naar Rotterdam. Daar zijn veel mensen die zijn gekomen en zijn vertrokken… dat is wel een stad om volwassen te worden.” En een maand later was ze er en ze is niet meer weggegaan. “Daar heb ik wel eens over nagedacht, maar ik voelde me altijd op mijn plek hier. Ik denk omdat Rotterdam laat zien hoe een grote stad toch klein kan zijn, en je hier vrij kunt bewegen. Ook vind ik het mooi om te zien dat zoveel mensen hier samenkomen en mooie dingen kunnen doen. Denk aan initiatieven zoals het Wijkpaleis en de gele brug over het Hofplein. Het leven is niet altijd even leuk maar hier maken we er samen een feestje van!” 

Identiteitscrisis

Ze voelde zich snel thuis in Rotterdam. Al is ze natuurlijk Koreaans. Door de adoptie heeft ze nog lang last gehad van een identiteitscrisis, zoals Martine het omschrijft. “Als je niet kunt opgroeien in het land waar je bent geboren, waar je ouders vandaan komen, doet dat iets met je eigen identiteit. Je komt terecht in een nieuwe omgeving en je past je daar zo goed mogelijk aan. Maar je blijft jezelf afvragen: wie ben ik? ben ik goed genoeg? mag ik zijn wie ik ben? hoe hard moet ik mezelf bewijzen totdat ik er wel mag zijn? dat is wel een thema voor mij geweest in mijn jeugd. Uiteindelijk ontdekte ik dat het antwoord lag in mijzelf. Om die te ontdekken, had ik rust en liefde van andere mensen nodig die mij daarin konden helpen.”

Een mix tussen kimchi, rijst, actie en nieuwsgierigheid

Uiteindelijk is ze Koreaans én Rotterdams. “Ik ben een mix van beide. Zo begint een goede maaltijd voor mij altijd met kimchi en Koreaanse rijst. Ik kijk ook graag naar K-drama en als ik thuis kom doe ik mijn schoenen uit. Maar ik ben Nederlands opgevoed. En het Rotterdamse gezegde ‘Niet lullen, maar poetsen!’ past ook bij mij. Natuurlijk denk ik ook na, maar als je stil gaat zitten, kun je heel lang wachten totdat er iets verandert. Dus ik ga graag over tot actie. Ook ben ik erg nieuwsgierig, dat vind ik ook Nederlands. Dus ik stel gewoon een vraag als ik ergens meer van wil weten.”

Dat alles komt samen in Rotterdam. “Ik ben blij dat ik onderdeel ben van deze multiculturele samenleving van Rotterdam. Want voor mij zegt het dat als je hier woont en staat voor wat Rotterdam is en je bijdrage levert, je er mag zijn.”

Liever voor elkaar zijn

Toch zag ze dit niet altijd terug bij iedereen. “Tijdens de coronaperiode bijvoorbeeld, was er veel negativiteit richting Aziaten. Ik vind het jammer en pijnlijk om te zien hoe in sommige bevolkingsgroepen elkaar al uitsluiten onderling. Dan denk ik: we lopen allemaal tegen hetzelfde aan: vooroordelen en verwijten. Ik merk het niet alleen tussen verschillende culturen maar ook tussen de mensen die het goed hebben en de mensen die het minder hebben. Voor die laatste groep is het lastig om een dak boven je hoofd te krijgen of de juiste systemen te gebruiken. Dus we moeten elkaar juist steunen en lief voor elkaar zijn. We mogen elkaar wat meer helpen. De ene heeft meer, de ander minder, dat heeft niets te maken met of je beter bent dan de ander, maar met geluk en of je een bepaalde kans kon gebruiken. We maken deze stad met elkaar, door alle verschillende kleuren en wat in je leeft.”

Filmfestival

Ze zou andere nieuwkomers adviseren om vooral erop uit te gaan en de cultuur te ontdekken, vooral de eetcultuur. “Het draait bij mij altijd om eten. Dat is ook typisch Koreaans. Ik vind zelf het filmfestival een hele leuke plek om alleen heen te kunnen gaan. Zo zie je alle nationaliteiten van de hele wereld en heb je bijzondere gesprekken. Dus ga eropuit! Daar heeft Rotterdam veel in te bieden. Niet alleen de foodtruck- of dansfestivals, maar juist de kleine evenementen waarvan je niet wist dat het bestond.”

Want to read more stories?