“Qua structuur is het hier beter, maar in Mozambique is minder stress,” zegt Samsson. Hij komt uit Mozambique, waar hij zijn huidige Nederlandse vrouw met Kaapverdische roots ontmoette. Toen de vlammen oversloegen tussen haar en Samsson, liep zij stage bij de WHO daar.
Na wat vakanties over en weer, kwam hij in 2012 definitief naar Nederland. Eerder studeerde hij wel in Californië in Amerika, maar in een ander westers land was hij nog niet geweest. “De levensstijl is hier anders dan in Mozambique. Het is hier meer georganiseerd. Ook is het toeristischer. Dit land is ontwikkelder. Er zijn veel bedrijven en scholen. En ik vond het ook bijzonder om al die verschillende kleuren te zien, die hebben we niet in Mozambique. Een van de leukste dingen die ik zag was in de eerste week hier. Toen moest ik naar het treinstation en ik zag al die verschillende kleuren en kleding van mensen. En iedereen wist wat diegene moest doen, zo georganiseerd,” lacht hij. “Dat vind ik nog steeds leuk om te zien.”
Maak je niet druk
In Mozambique is vooral de levensstijl heel anders, legt Samsson uit. “Daar is het motto ‘Maak je niet druk, het komt goed’,” lacht hij. “Hier zijn regels en daar moet je je aan houden. Dat is ook wel goed, maar in Mozambique heb je tijd om koffie te drinken met je collega’s en vrienden. Hier ga je meteen na werk naar huis omdat je zoveel te doen hebt.” Gelukkig behoudt hij de zorgeloze mentaliteit van zijn thuisland en krijg je hem niet zo snel in de boom. “Ik moet soms wel problemen oplossen, maar dan bedenk ik rustig hoe ik dat ga doen. Ik ga niet meteen stressen; ik laat veel van me afglijden.”
Spangen
Inmiddels is hij getrouwd, heeft twee dochters en woont met hen in Spangen. “Daar liepen we een rondje en zagen veel verschillende mensen en culturen. Dat vonden wij interessant.” Nu werkt hij mee aan een project van Spangen in Action om jongeren te helpen. “We willen van jongeren horen waarom ze gestopt zijn met school of werk en hen daar weer mee verbinden. Daar houd ik van; sociaal werk is mijn drive.”
Nederlands
Omdat Samsson getrouwd is met een Nederlandse, hoeft hij geen inburgeringscursus te doen. “Maar ik wil zelf de taal leren. Dus nam ik privé les in Alexandrium en later groepsles op het Albedacollege. Maar het was lastig om vol te houden omdat ik soms geen werk had dus geen geld om het te betalen en soms ‘s avonds moest werken. Daarom ben ik nog steeds bezig om de Nederlandse taal te leren.” Thuis spreekt het stel Nederlands, ook met de kinderen is dat de meest gesproken taal. “Ik heb negen jaar hele lange dagen gewerkt. Dus ik zag mijn kinderen alleen in het weekend. Dan wilde ik liever met ze genieten en Nederlands praten dan de tijd te besteden aan het leren van Portugees.”
Nu merkt hij dat er meer Engels wordt gesproken in Rotterdam dan vroeger. “Omdat jongeren het ook leuk vinden om Engels te praten. Dat vind ik wel leuk. En ik denk dat het makkelijker is voor nieuwkomers. Want Nederlands is lastig om te leren.” Hij adviseert nieuwkomers dan ook zo snel mogelijk mensen te vinden die je eigen taal spreken. “Zij kunnen je uitleggen hoe alles werkt: van school tot werk tot de gemeente. Of zoek Nederlanders die ook in het buitenland hebben gewoond; zij begrijpen hoe het voelt als je in een ander land woont en willen je helpen.”
Niet alleen helpen, maar van elkaar leren
Samsson is van plan om in Rotterdam te blijven wonen. Maar de link met zijn thuisland zal hij altijd koesteren. “Rotterdam voelt als thuis maar ik hou van Mozambique; ik ga daar bijna elk jaar op vakantie.” Hij heeft zelfs een stichting opgezet om het land vooruit te helpen: The Seeds. “Omdat ik denk dat wij de zaadjes zijn voor morgen. Het idee is dat je niet alleen naar Afrika komt om de mensen te helpen, maar daar ook wat kunt leren van mensen.” Uiteindelijk wil Samsson de mentaliteit veranderen. “Je kunt dan wel uit Europa komen met heel veel euro’s terwijl mensen in Mozambique misschien maar 1 euro hebben, maar het gaat erom wat je met die ene euro doet.” Hij moet nog veel werk verzetten voor de stichting, maar daarbij houdt hij de rust in zijn hoofd, zoals het een echte Mozambikaan betaamd. “Het komt wel goed.”