Ze woonde in Australië, Berlijn en Londen maar eindigde in Rotterdam. “Ik ben trots om een Rotterdammer te zijn,” zegt Yein. Ze is geboren in Maleisië, maar ontdekte al snel de wereld. Haar middelbare school deed ze deels in Australië. “Daarna wilde ik graag naar Europa. Waarom weet ik niet. Iedereen in Australië wil naar Europa. Ik denk omdat het daar anders is. In Australië hebben ze mooie natuur, maar niet zodanige cultuur.”
Familie
Mede dit gebrek bracht haar naar het bruisende Berlijn, waar ze stapelverliefd werd op een Nederlander. Echter bracht deze haar ook niet naar Nederland, maar naar Londen, waar hij toen woonde. Daar trouwden ze en kregen ze hun eerste kind. “We hadden geen familie in Londen dus het zou raar zijn om daar te blijven. Ik wilde dat mijn kinderen een opa en oma in de buurt zouden hebben en ik wil mijn schoonfamilie dichtbij hebben.”
Naar buiten gericht
Het beroep van haar man bracht hen naar Rotterdam. “Hij is architect en dit is een goede stad voor architectuur.” En niet alleen dat, zo bleek. “Ik voel me hier heel comfortabel in vergelijking tot andere steden zoals Amsterdam of Den Haag. Rotterdam is internationaal; er zijn hier verschillende mensen en ze spreken veel verschillende talen. Amsterdam is meer naar binnen gericht. Rotterdam is met de Maas meer naar buiten gericht. Daarom geeft deze stad me meer een thuisgevoel.” Het is dan ook niet gek dat Yein in Delfshaven haar thuis heeft gevonden, aan het water.
Nederlands leren
Ze gunt iedereen zo’n thuis. “Het is belangrijk om een beetje Nederlands te leren.” Zelf deed ze daar zo’n drie tot vier jaar over. “Terwijl een nieuwe taal leren niet zo moeilijk moet zijn voor mensen uit Maleisië want we spreken veel talen. Maar Nederlands is niet makkelijk. Toch staat ze erop om het te leren. “Want dan kun je iets zeggen, je mening geven. In landen zoals Maleisië is er minder vrijheid om dat te doen. Dus grijp je kans hier!”
Ook heeft ze een advies voor Rotterdammers in het algemeen, nieuw of niet. “Nu zie ik nog veel eilandjes. Ik hoop dat de nieuwe generatie meer gaat communiceren met anderen en elkaar en er zo meer verbinding komt.”