“Als je in Rotterdam woont, hoef je niet meer weg. Want hier is de hele wereld al,” zegt Kanja uit Kenia. En dat is precies wat hij zo leuk vindt aan Rotterdam. Als acrobaat reisde vanaf zijn 19e hij al naar verschillende landen in de wereld: Afrikaanse landen maar ook Dubai, Zuid-Korea, Amerika en Rusland. “Daar leerde ik verschillende culturen en dat maakte me ook nieuwsgierig naar andere culturen. Bijvoorbeeld die in Europa, daar was ik nog niet geweest. En ik hoorde dat je hier gewoon een jointje mag roken. In mijn land, in de meeste landen, is dat strafbaar. Dus ik werd nieuwsgierig naar Nederland, waar alles scheen te kunnen.”
Op zijn 26-jarige leeftijd zette hij voet op Rotterdamse bodem. “Ik hoorde al dat Rotterdam divers was, dus dat leek me mooi. Maar ik wist niet dat het zó divers was. Toen kwam ik hier en zag ik mensen uit Kaapverdië, Indonesië, Suriname… Ik vind het zo mooi; alle mensen van heel de wereld in één stad.” Toch ontmoette en trouwde hij met zijn Keniaanse buurvrouw. “We gingen samen naar Nederlandse les.”
Praten met onbekenden
Met de Nederlands taal had hij veel moeite. “In het begin leek het me onmogelijk, maar ik moest het wel leren als ik wilde werken.” Dus las hij veel boeken en keek hij Nederlandse TV. “Maar de makkelijkste manier is toch om op straat met mensen te praten.” In zijn land is hij gewend dat je gewoon met onbekenden kunt praten op straat, maar hier bleek het lastiger dan gedacht. “Veel mensen waren verlegen of teruggetrokken. Nederland is erg individualistisch. Ze stellen zich niet zo open op. Maar dat stopte me niet. Want om hier te leven, moet ik leren hoe zij leven. En daarvoor moet ik ze leren kennen.”
Zijn advies naar andere nieuwkomers is dan ook om niet teruggetrokken te zijn en te leven. “Je bent niet nieuw in de wereld. De wereld is je thuis. Er zijn niet díe of déze mensen; er zijn alleen mensen. Dus blijf doorgaan met wat je doet!”