“Mijn twee nationaliteiten geven me de vrijheid om op meerdere plekken thuis te zijn,” vertelt Marty uit Burkina Faso. Zijn Nederlandse moeder en Burkineze vader ontmoetten elkaar eind jaren ’80 in Burkina Faso, waar zijn moeder een paar jaar als vrijwilliger werkte. Daar werd Marty ook geboren. Het gezin verhuisde echter al snel naar Mali. Na bijna tien jaar gingen ze naar Tanzania, waar Marty zijn middelbare school heeft afgemaakt. “Daar was het anders dan West-Afrika. Daar ben ik volwassen geworden.” Toch zegt Marty dat hij gevormd is door het wonen in West-Afrika. “Het leerde me wie ik ben en waar ik vandaan kom.”
Na zijn middelbare school in Tanzania kwam Marty naar Nederland om te studeren. Dat was op zich geen gekke keus, want het gezin ging bijna jaarlijks naar Nederland om de familie van zijn moeder op te zoeken. Zijn vader had eerder ook al in België gestudeerd. “Als ik dezelfde studie in Tanzania had kunnen doen, was ik daar waarschijnlijk gebleven. Maar in Nederland was het allemaal geregeld: ik had de nationaliteit, mijn moeders familie en ik kreeg studiefinanciering.”
Aangetrokken door Rotterdam
Hij studeerde in Den Haag, maar werd toch aangetrokken door Rotterdam. “Mijn beste vriend en mijn broer verhuisden naar Rotterdam. Ik kwam steeds vaker over en vond het een fijne, levendige stad. Toen ik klaar was met mijn studie dacht ik: waarom niet hier wonen?” Ook taal speelt een rol. “Ik ben grotendeels in het Engels opgegroeid. In Rotterdam merk ik dat ik op straat vaak Engels spreek met anderen. Dat maakt het voor mij ook makkelijker om me hier thuis te voelen.”
Mensen met dezelfde ervaringen
Marty voelde zich snel thuis in de stad. “Mijn eerste adres was aan de Middellandstraat. Daar lijkt het nóg multicultureler dan in de rest van Rotterdam. Ik kwam makkelijk in contact met mensen van allerlei achtergronden. Dat vond ik heel fijn.”
Hij vindt het fijn dat hij mensen kan vinden die dezelfde achtergrond of ervaringen hebben. Zo sloot hij zich aan bij de Association for Students of African Heritage. “Toen ik hun eerste evenement bezocht, dacht ik: wow, er zijn veel meer mensen zoals ik dan ik dacht. Ik werd later voorzitter, en dat heeft mijn perspectief echt veranderd. Je voelt je thuis als je omgaat met mensen die ervaringen hebben die lijken op die van jou.”
Inmiddels woont hij alweer jaren in Rotterdam, waar hij balanceert tussen zijn nationaliteiten.. “In Nederland voel ik me soms té Burkinees, en in Burkina Faso juist té Nederlands. Maar meestal kom ik er goed uit. Het geeft me ook de vrijheid om op meerdere plekken thuis te zijn.”
Eten en fietsen
Hij mist West-Afrika nog regelmatig. “Toen ik jong was, was ik altijd buiten, altijd op blote voeten, in bomen klimmen… Dat mis ik in Nederland wel eens.” Ook mist hij het eten heel erg. “Als ik terugkom uit Burkina zit mijn koffer altijd vol met eten dat ik lekker vind. Dat deel ik dan met mijn broer.” Gelukkig hoeft hij het fietsen niet te missen. “In Burkina Faso fietsen ook veel mensen. Niet iedereen, maar in het dagelijks leven zie je er veel op de fiets. Er is zelfs een Tour du Faso, net als de Tour de France. Dat vind ik wel grappig.”
Familie in oorlog helpen
Vorig jaar bracht Marty nog een heel jaar door in Burkina Faso. “Ik wilde dicht bij mijn familie zijn, zeker omdat ik gezondheidsproblemen had. Maar het land verkeert in oorlog. Mijn hele familie is verjaagd uit hun dorp en woont nu in de hoofdstad. Ik heb ze geholpen met huizen zoeken, scholen vinden en alles wat daarbij komt kijken.”
Hij probeerde zelf een bedrijf te starten in het land. “Mijn familie had een oude bus. Samen met een garage heb ik die maandenlang gerenoveerd. Uiteindelijk begon ik een transportbedrijf. Het liep niet zoals gehoopt, maar het was een leerzame ervaring.”
Terug naar Burkina Faso?
Het land blijft hem trekken. “Ik ga binnenkort naar Portugal om even te ontsnappen aan de hooikoorts in Nederland. En eind 2025 of begin 2026 hoop ik weer een paar maanden in Burkina Faso te wonen. Misschien wel permanent, als ik het werk goed kan regelen.”