“Ik voelde me hier meteen een beetje thuis – de hoge gebouwen en moderne sfeer deden me denken aan Moskou,” zegt Dennis. Hij is geboren in Moskou in het land van zijn vader maar groeide ook deels op in Estland, waar zijn moeder vandaan komt. Sinds een jaar woont hij in Rotterdam. Hoewel hij weinig Ests spreekt, voelt hij zich thuis in meerdere steden.
Dennis koos bewust voor Nederland. “Het is één van de meest diverse landen van Europa en ook erg vriendelijk voor Engelssprekenden. Dat maakte het makkelijker om hier opnieuw te beginnen, vrienden te maken en een leven op te bouwen.”
Rotterdam sprak hem meteen aan: “Omdat het me deed denken aan mijn thuis – of eigenlijk: thuissteden – zoals Moskou, Tallinn (Estland) en Narva (Estland). Het is modern, ruim en voelt vertrouwd. Rotterdam is natuurlijk kleiner dan Moskou, maar groter dan Tallinn. Toch voelt het vergelijkbaar. De stad is modern, met brede straten en hoge gebouwen. Het is leuk om te zien hoe mensen hier hun dagelijkse leven leiden – dat herken ik van thuis.”
Hij deed goed zijn onderzoek voordat hij zich hier vestigde. “Ik had wel met mensen gepraat die hier al woonden. Dus ik had al een beeld in mijn hoofd van hoe het zou zijn.”
Verschillende landen en volume
Wat wel anders is dan zijn thuissteden, is de diversiteit. “Ik heb nergens in Nederland zoveel verschillende mensen gezien als in Rotterdam. Elke keer dat je denkt: ‘Nu heb ik iedereen wel gezien,’ kom je weer iemand tegen uit een land waar je nog nooit van hebt gehoord. Dat maakt het superinteressant.” Ook was hij verbaasd door ons volume. “Mensen in Nederland praten heel luid! In Rusland of Estland zijn mensen vaak stiller in het openbaar. Hier lijkt het soms alsof iedereen in de tram staat te schreeuwen,” zegt hij lachend. “Daar zal ik nooit aan wennen.”
Beetje Rotterdammer
Hoewel hij nog maar een jaar in Nederland woont, voelt Dennis zich al thuis. “Ik probeer ook de Nederlandse cultuur te leren kennen. Zo ben ik naar Koningsdag geweest en naar parades.” Het meest thuis voelt hij zich toch in Rotterdam. “De stad gaf me meteen een warm gevoel. Natuurlijk moest ik wel wennen, een huis vinden en nieuwe mensen ontmoeten. Maar nu voelt het echt als mijn nieuwe thuis. Ik voel me al een beetje een Rotterdammer.”
Ondertussen kent hij de stad goed. Hij waardeert de variatie. “Elke wijk is anders. Het zuiden onder de brug is totaal anders dan het centrum. En ik hou van die afwisseling. Ook de moderne uitstraling spreekt me aan.” Zijn lievelingsplek in de stad is WORM. “Een plek waar jonge mensen samenkomen en waar veel cultuur en kunst is.” De Witte de Withstraat is zijn favoriet. “Het doet me denken aan de Arbat in Moskou – een oude straat vol cafés, kunst en sfeer. Witte de With is net zo gezellig, maar dan nog groter en misschien wel nóg leuker.”
Dennis heeft wel één puntje van kritiek op de stad: het openbaar vervoer. “Er worden steeds meer tramlijnen geschrapt. Dat is jammer, want het wordt steeds drukker in de trams die nog wel rijden.”
Kerst en nieuwjaar op z’n Russisch
Ondanks dat hij zich al een Rotterdammer voelt, houdt hij sommige gewoontes uit zijn eigen cultuur nog steeds in ere. “Ik vier nieuwjaar en kerst in januari.” Dat is kenmerkend voor Russen, die Orthodoxe Kerst op 7 januari vieren en oud en nieuw op 13 en 14 januari.
Een plek dat doet denken aan je eigen thuis
Dennis heeft ook advies voor anderen die nieuw zijn in de stad: “Kijk goed rond in de stad en zoek een plek die je doet denken aan je eigen thuis. Probeer je aan te sluiten bij internationale clubs of jongerenorganisaties.”