“Zodra je niet opgeeft aan de stad, geeft de stad ook niet op aan jou,” zegt Juan uit Honduras. Alhoewel: eigenlijk is hij een wereldburger. Hij woonde al heel jong vijf jaar in Guatemala. Toen hij negen was, verhuisde het gezin naar China, omdat zijn vader daar werk kreeg. “Ik werd tien in Guatemala en veertien in China,” vertelt hij. Daarna woonde hij drie jaar in de Filipijnen en een jaar in Warschau, Polen. “In Warschau wist ik dat ik in Europa wilde blijven. Ik kende Amsterdam wel een beetje, maar Rotterdam niet.” Toch koos hij er in 2022 voor om te studeren aan de Erasmus universiteit in Rotterdam.
Modern en divers
Zijn eerste indruk was gemengd. “Ik was best verrast. De hoge glazen gebouwen… het voelde modern en anders dan ik had verwacht.” Toch voelde het niet verkeerd. “Ik vond het eigenlijk best leuk.”
Juan vond het fijn dat alles binnen handbereik is. “Ik kan fietsen naar school, naar de supermarkt, naar mijn werk… alles is bereikbaar.” In vergelijking met andere landen vindt hij dat een groot voordeel. “In Honduras moet je overal rekening houden met veiligheid. Hier voel ik me veel vrijer.”
Juan merkte snel op dat Rotterdam veel diverser is dan andere steden in Europa waar hij woonde. “In Warschau zag je bijna alleen witte mensen. In Rotterdam zie je veel verschillende gemeenschappen en culturen. Dat vond ik echt bijzonder.” Op de universiteit kwam hij ook veel internationale studenten tegen. “In mijn studie waren mensen van overal. Dat maakte het makkelijker om me aan te passen.”
Winters, papierwerk en alleen zijn
Juan had het moeilijk met de winters. “Van november tot februari lijkt het alsof iedereen in een soort winterslaap gaat. Het is koud, nat en donker.” In die maanden moest hij zichzelf echt pushen om iets te doen. “Het was ook de eerste keer dat ik vitamine D moest slikken,” lacht hij.
Maar de grootste cultuurshock kwam vanwege het gemeentelijk papierwerk. “Ik wist niet dat je je binnen drie weken moet inschrijven. Mijn afspraak bij het stadhuis duurde een maand. En toen had mijn verhuurder het verkeerde papier… alles moest opnieuw.”
Het hielp niet dat hij dit alleen moest ondergaan. “Voor het eerst woonde ik niet meer thuis. Dat was even wennen.” Gelukkig heeft hij nog steeds wel digitaal contact met zijn familie in Honduras. “We hebben een groepschat met meer dan dertig mensen. Ik bel mijn grootouders vaak. Die verbinding wil ik nooit verliezen.”
Alternatieve muziek
En zo vond hij snel zijn plek in Rotterdam. Dat is volgens hem makkelijk in Rotterdam als je een bepaalde hobby of liefde hebt. “Er zijn hier plekken voor alles. Als je een specifieke interesse hebt, is er waarschijnlijk wel een community voor.” Juan houdt van alternatieve live muziek. “Ik ga naar punkshows en zie lokale bands. Het is iets wat ik vroeger alleen via een scherm kende. Nu ben ik er zelf bij. Ik ga al twee jaar naar concerten en ik ben nog nooit teleurgesteld geweest.”
Langer blijven dan gepland
Hij voelt zich zo thuis in de stad, dat hij langer wil blijven dan gepland. Nu hij zijn bachelor afgerond heeft, begint hij aan een master in media en creatieve industrieën. “Ik blijf hier nog zeker een jaar. Daarna komt mijn vader naar Amsterdam. Dat zou betekenen dat we als familie weer in hetzelfde land wonen. Dat lijkt me mooi.”
Omdat hij hier maar drie jaar zou blijven, investeerde hij niet veel in de taal. Dus hoewel Juan veel Nederlandse vrienden heeft, spreekt hij nog geen Nederlands. Maar het lijkt hem wel nuttig om dat snel te gaan leren. “Maar voor sommige banen heb je B2-niveau Nederlands nodig. Nu moet ik het inhalen.”
Geef de stad een kans
Toch kijkt hij positief terug op zijn eerste jaren in Rotterdam. “Het was soms stressvol, maar ik heb hier mijn plek gevonden. Rotterdam voelt als thuis.” Juan heeft een duidelijk advies voor nieuwkomers: geef de stad een kans. “Het kan lastig zijn om je plek te vinden. Maar blijf proberen. Er zijn hier mensen die jouw interesses delen. Als jij de stad niet opgeeft, zal de stad jou ook niet opgeven.”