“De eerste twee maanden dacht ik: wat heb ik in godsnaam gedaan?” vertelt Oliver over zijn start in Rotterdam. Hij groeide op in Halat in Libanon, een klein dorp aan de Middellandse Zee, zo’n veertig kilometer ten noorden van hoofdstad Beiroet. In 2003 kwam hij naar Nederland, aanvankelijk niet met het idee om te blijven. “Ik had in Libanon bij een televisiestation een prijs gewonnen: een reis naar Parijs. Via een vriend in Amsterdam besloot ik ook een uitstapje naar Rotterdam te maken. Daar bezocht ik het Piet Zwart Instituut, onderdeel van de Willem de Kooning Academie. Hun master Media Design sprak me enorm aan. Binnen een half jaar was ik verhuisd.”
Een zware start
De eerste maanden in Rotterdam waren voor Oliver allesbehalve makkelijk. “Het afscheid was een van de verdrietigste momenten in mijn leven. Ik vertrok niet uit Libanon omdat het slecht ging – ik had mijn vrienden, mijn baan en mijn familie. Maar ik wilde avontuur.”
Voor Oliver was de overgang groot. “Het was mijn eerste echte reis buiten Libanon. In Libanon leef je meer dag voor dag – hier wordt alles gepland. Vrienden maken was moeilijk, vooral met Nederlanders. Mijn hechte vriendenkring bestaat nog steeds vooral uit andere internationals: uit Finland, Polen, Vietnam… Mensen die hetzelfde meemaken, begrijpen je.”
De diversiteit van Rotterdam waardeert hij daarom enorm. “In Libanon zijn weinig culturen door elkaar. Hier loopt iedereen door elkaar heen, en niemand neemt meteen aan dat je uit het buitenland komt.”
De juiste stap
Toch vloog hij in december even terug naar Libanon om op te laden. Maar toen hij daarna in Nederland zijn huidige man, Daniel ontmoette, wist hij dat hij zou blijven. “Door hem voelde ik me steeds meer thuis. Toen ik terugkwam na kerst dacht ik: dit was toch de juiste stap.”
Terugkeren naar Libanon was nooit echt een optie voor hem. “Queerrechten bestaan er niet. Onze relatie zou daar nooit officieel erkend worden. Dat is een grote drempel, zelfs als het land economisch en politiek stabiel zou zijn.”
Leuke mensen lunch
Eén Libanees gebruik houdt Olivier in ere: de lange, uitgebreide zondagse lunch. “In Libanon is dat een belevenis, vaak met vlees van de barbecue en urenlang tafelen. Wij hebben dat vertaald naar de ‘Leuke Mensen Lunch’ – we nodigen onze favoriete mensen uit, iedereen neemt wat mee, en het kan tot laat in de avond doorgaan.”
Directheid, stiptheid en sociale vangnet
Olivier waardeert de directe communicatie en stiptheid van Nederlanders, maar ook het sociale vangnet. “In Nederland wordt er voor mensen gezorgd, iets wat in Libanon totaal ontbreekt.” Hij ziet hoe de stad gegroeid is: “Meer culturele initiatieven, festivals, kunstprojecten – het is levendiger geworden, kosmopolitischer. Dat maakt dat ik ben meegegroeid in mijn liefde voor Rotterdam.”