“Ik voel me soms te Liberisch voor Nederland, maar te Nederlands voor Liberia,” vertelt Gabriel. Zijn ouders komen uit Liberia en Mali, maar kozen ooit voor Nederland. Zijn vader was politiek vluchteling en studeerde internationale betrekkingen aan de Erasmus Universiteit. Zijn ouders gingen uit elkaar, zijn vader vertrok terug naar Liberia, zijn moeder bleef in Rotterdam. Zelf heeft Gabriel pas sinds kort een Nederlands paspoort: “Toen ik geboren werd, moest je van twee ouders met de Nederlandse nationaliteit komen om automatisch Nederlander te zijn. Dat gold niet voor mij, dus ik heb lang moeten wachten.”
Rotterdamse directheid versus Liberiaanse hiërarchie
Gabriel is geboren in Rotterdam, bracht zijn puberteit deels door in Liberia, ging naar school in Zwitserland en woont inmiddels alweer jaren in zijn geboortestad. Zijn verhaal is er één van contrasten, identiteitsvragen en het vinden van een plek tussen verschillende werelden.
Toch voelt hij zich allang thuis in de stad. “Rotterdam heeft een ‘no bullshit’-mentaliteit. Mensen zijn direct, duidelijk. Dat past bij mij.” Maar hij ziet ook verschillen met het land van zijn vader. “In Liberia is hiërarchie belangrijk. Je spreekt een oudere niet tegen, ook al heb je gelijk. In Nederland leer je eerder om je stem te gebruiken. Die spanning voel ik soms in mezelf.”
Eten als toegang tot identiteit
Hoewel hij zich als kind vooral verbonden voelde met zijn Liberiaanse achtergrond, begint de Malinese kant van zijn familie de laatste jaren meer aandacht te krijgen. “Via eten bijvoorbeeld: Jollof rice, een West-Afrikaans gerecht, daar zit ziel in. Hoe meer ik kook, hoe meer ik die kant van mezelf leer kennen.”
Wereldburger met wortels in meerdere werelden
Gabriel beschouwt zichzelf inmiddels als een wereldburger: “Doordat ik in verschillende landen heb gewoond, voel ik me niet gebonden aan één cultuur. Het heeft me geleerd open te staan voor anderen en flexibel te zijn. Maar dat betekent niet dat ik nergens bij hoor – ik hoor juist bij meerdere werelden tegelijk.”