Selecteer een pagina

“De vele gezichten en culturen hier zijn een kans om iets nieuws te leren.”

Mauritanië, Mohamedou

“Aan de xenofoben zeg ik: Mohamedou gaat nergens heen,” zegt ‘The Mauritanian’: Mohamedou Ould Slahi. Na een stormachtig leven vol met onrechtvaardigheid, mag dat ook wel. Hij werd geboren in Rosso, in het zuiden van Mauritanië. Na de aanslagen van 11 september 2001 werd hij ontvoerd op straat. “Die dag staat in mijn geheugen gebrand. Twee agenten in burger vroegen me mee te gaan. Er was geen arrestatiebevel, geen spoor van een rechtsstaat zoals hier.” Zijn moeder, vol angst, greep haar gebedskralen en bad terwijl hij werd meegenomen. “Na tweehonderd meter zag ik haar verdwijnen in de achteruitkijkspiegel. Ik heb haar nooit meer teruggezien. Ze stierf terwijl ik nog vastzat.”

Guantánamo Bay

Mohamedou belandde in Guantánamo Bay, waar hij jaren werd vastgehouden en gemarteld. “Ik werd zelfs aangewezen voor de doodstraf. Ik had geen gevoel meer, ik leefde alleen in mijn hoofd.” Hij spande een rechtszaak aan die hij won. Maar toch  moest hij nog zeven jaar vastzitten. Pas na vijftien jaar volgde zijn vrijlating.

In de gevangenis schreef hij zijn dagboek, dat later wereldwijd gepubliceerd werd: Guantánamo Diary, later verfilmd als The Mauritanian. Terug in Mauritanië mocht hij het land niet verlaten. “Ze wilden niet dat ik mijn verhaal deelde.” Met hulp van advocaten en mensenrechtenorganisaties, ook uit Nederland, vocht hij en kreeg hij zijn paspoort terug. 

180 mentaliteiten

“Ik werd door een Rotterdamse zangeres, Rajae El Mouhandiz, gevraagd om mee te werken aan het project ‘Operation Freedom’.” Dat deed hij. Hij bemachtigde een visum voor Nederland. “Op Schiphol werd ik eruit gepikt door de marechaussee; deze wilde me niet toelaten. Weer was ik de usual suspect. Maar ik hield mijn mond en liet een vriend voor me spreken.” Dat hielp.

In Nederland zag hij geen eenduidig land. “Er is geen Nederlandse mentaliteit. Er zijn 180 mentaliteiten. Die diversiteit wil ik omarmen. Ik hoef niet iemand anders te zijn. Dat is het mooie hier.”

The place to be: Rotterdam

Via het het Verhalenhuis Belvedere kreeg hij een woning in Rotterdam en nu woont hij hier een paar maanden.  “Ik vind het een heel leuke stad. Wandelen is perfect, de natuur ook. Je ziet zoveel gezichten: Europeanen, Afrikanen, Arabieren, Turken, Marokkanen. Het eten is geweldig en de supermarkten hebben alles. Rotterdam is echt ‘the place to be’.” 

Ook vergeleek hij Nederland met Duitsland, waar hij eerder studeerde. “Duitsland is bureaucratisch, alles moet perfect zijn. In Nederland hoeft niet alles perfect, maar alles moet het doen. Dat is mijn Nirvana.”

‘I dont speak Dutch’

Hij besloot snel Nederlands te leren. “Mijn eerste zin was: ‘Ik zou graag een broodje willen bestellen.’ Ik oefende hem eindeloos, en toen ik hem eindelijk uitsprak tegen een jonge man, zei hij: I don’t speak Dutch. Ik stond met mijn mond vol tanden.” Toch gaf hij niet op. Met Google Translate, boeken, televisie en YouTube bracht hij zichzelf Nederlands bij. “Nederlanders schakelen snel over op Engels, maar ik blijf koppig Nederlands praten. Mijn steenkolen-Nederlands hoort erbij.”

Cultuur en gewoonten

Zijn Mauritaanse cultuur draagt hij met zich mee: de muziek, de kleding en bovenal vriendelijkheid. “Aardig zijn tegen iedereen, hallo zeggen tegen vreemden. In Nederland is dat soms lastig, mensen denken meteen: wat wil hij van me? Maar ik wil alleen maar groeten.” Zelfs details vallen hem op: “Na 12.01 uur mag je niet meer ‘goedemorgen’ zeggen. Je wordt meteen gecorrigeerd. Heel Nederlands.”

Zijn advies aan nieuwkomers is eenvoudig maar krachtig: “Diversiteit verwelkomen. De vele gezichten en culturen hier zijn jouw kans om iets nieuws te leren. Pak die kans.”

Toekomst

Vandaag voelt hij zich thuis in Nederland. “Ik hou van Nederland, ik hou ook van Rotterdam.” Terug naar Mauritanië gaat hij alleen nog voor vakantie. “Aan de xenofoben zeg ik: Mohamedou gaat nergens heen.”

Want to read more stories?