“Mensen zien mij als Aziatisch, maar ik voel me gewoon Nederlands.” vertelt Uchemig die werd geboren in Mongolië, maar opgroeide in Rotterdam. Toen ze tweeënhalf jaar oud was, kon haar biologische moeder niet meer voor haar zorgen. Ze werd geadopteerd door Nederlands stel dat in Mongolië werkte. “Het moest zo zijn,” zegt ze nuchter. Via een dorpje buiten de stad verhuisden ze in 2002 naar Rotterdam, waar ze sindsdien woont.
Uiterlijk versus identiteit
Hoewel ze uiterlijk vaak voor Chinees of Zuid-Koreaans wordt aangezien, voelt Uchemig zich volledig Nederlands. Ze bezocht Mongolië pas zeven jaar geleden voor het eerst sinds haar vertrek. “Het is een prachtig land, maar het voelt niet als mijn thuis.” Rotterdam daarentegen wél: de directe communicatie, de mengelmoes aan culturen en de levendigheid van de stad passen bij haar.
Leren van elkaar in de klas
Als basisschool leerkracht werkt Uchemig dagelijks met kinderen uit allerlei achtergronden. “Je leert van elkaars gebruiken, geloof en soms zelfs taal. Dat vind ik mooi.” Zelf heeft ze weinig Mongoolse tradities meegenomen, behalve één: “Ik hou van vlees. In Mongolië eten ze veel vlees, dat zit er bij mij ook in.”
Geaccepteerd in de stad
Discriminatie heeft ze in Rotterdam nooit ervaren. “Ik heb me hier altijd geaccepteerd gevoeld.” Uchemig is een voorbeeld van hoe diversiteit in de stad niet alleen zichtbaar is, maar ook werkt: door nieuwsgierigheid, openheid en elkaar opzoeken.