“Ik voelde me te groot voor mijn dorp. De wereld riep en ik ben gegaan,” vertelt Violetta. Ze groeide op in een klein Pools dorp, dat 350 inwoners had en waar iedereen elkaar kende. Maar al op jonge leeftijd wist ze één ding zeker: ze zou niet in Polen blijven. Inmiddels woont ze al negentien jaar in Rotterdam en voelt ze zich volledig thuis in de stad die haar vrijheid gaf en waar haar kinderen nu opgroeien als trotse Europeanen.
Liefde als reden, Rotterdam als bestemming
Via een datingsite leerde Violetta haar Nederlandse partner kennen. Hun eerste ontmoeting vond niet plaats in Polen of Nederland, maar in Egypte. Haar man had daar een bruiloft en zij was op vakantie. Een paar maanden later volgde een serieuze relatie en de beslissing om samen te wonen. ‘Ik woonde toen in Nijmegen. Hij werkte in Alphen aan den Rijn. We kochten uiteindelijk een huis in Spangen en zo begon mijn Rotterdamse leven.’
Een stad die tijd nodig had
De eerste indruk van Rotterdam was voor Violetta niet meteen liefde op het eerste gezicht. “Ik vond het groot en onpersoonlijk. Ik kom uit een dorp waar iedereen elkaar begroet en kent.” Maar na verloop van tijd begon de stad te voelen als thuis. Door vrijwilligerswerk te doen en actief te zijn in de wijk, leerde ze mensen kennen en bouwde ze haar eigen netwerk op. “Ik heb van alles gedaan: administratieve hulp bij mensen met financiële problemen, workshops gegeven aan tienermoeders, creatief werk… Zo werd Rotterdam langzaam mijn stad.”
De kracht van verschil
Wat Violetta vooral waardeert aan Rotterdam is de diversiteit. “In Polen is 99,9% van de mensen Pools. Hier leven nationaliteiten naast elkaar. Dat wilde ik altijd al, andere mensen leren kennen. In Nederland kan dat.” Toch zag ze ook verschillen in cultuur waar ze aan moest wennen: de Nederlandse directheid, het leven op afspraak, de verjaardagen met één stukje taart. “In Polen zetten we alles op tafel. Nu waardeer ik de eenvoud, maar ik zet nog steeds alles op tafel als mensen komen.”
Te gast
Violetta noemt zichzelf geen Poolse Rotterdammer of Nederlandse Pool. “Ik voel me Europees. Een nationaliteit is een papiertje, het zegt niet wie je bent.” Ze leert haar kinderen om vrij te denken en te kiezen wat bij hen past. Tegelijkertijd ziet ze zichzelf ook als een gast in Nederland. “Als je bij iemand op bezoek bent, ga je toch ook niet zomaar de meubels verplaatsen? Dat geldt ook voor integreren. Je mag jezelf zijn, maar vergeet niet waar je woont.”