Selecteer een pagina

“Ik leerde Nederlands met ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ en ‘Onderweg naar Morgen’.”

Somalië, Sulaiman

“Ik vond het wel apart om al die nationaliteiten te zien. Ik dacht: kan dat wel? In Jemen werden we echt gezien als Somaliërs, als anders. Dat was niet fijn. Maar in Rotterdam zijn er zóveel culturen en mag iedereen zichzelf zijn. En iedereen gaat goed met elkaar om. Dus niet met elkaar in oorlog, zoals ik altijd heb gezien.” Sulai heeft zowel de burgeroorlog in Somalië als Jemen meegemaakt. “Die in Somalië duurde heel lang. De afgelopen vijf jaar is Somalië gelukkig wel veilig, maar daarvoor was het echt chaos. Ik zag hele heftige dingen. Het was niet te beschrijven.” 

Noodsituatie op de vlucht

In ‘91 vluchtte hij met zijn gezin en 3000 anderen naar Jemen per schip. “We zouden er zeven dagen over doen maar het schip raakte de weg kwijt. De reis duurde uiteindelijk bijna zo’n twee maanden. “Terwijl we maar eten en drinken hadden voor zeven dagen. Dus we hadden geen water, niks. Maar het schip was illegaal, dus wat kun je doen? Vele zijn ook overleden. Dus wij hebben uiteindelijk voedsel gestolen, want het was een noodsituatie.” 

Veilig(er)

Zo kwam zijn gezin veilig terecht in Jemen. Hij was met zijn hoogzwangere moeder, zijn zusjes en zijn vader. “We hebben lang in Jemen gewoond, daar zijn we goed geholpen.” Tot ook daar de oorlog uitbrak. Toen vluchtte hij met zijn gezin naar Europa. Na een maand in Italië reed hij met zijn kleinere zus naar Nederland. “Want daar woonde mijn grotere zus al even. Zo kon zij me leren hoe dit land in elkaar zat. Daardoor voelde voor mij veiliger om hierheen te komen.” Zijn ouders bleven nog even in Italië, want ze hadden nog niet genoeg geld om allemaal naar Nederland te komen. Gelukkig zijn ze later allemaal herenigd in Nederland, waar het gezin asiel heeft aangevraagd.

PTSS door stilte

Maar in Nederland was Sulai helaas nog niet uitgereisd. “We moesten vier maanden wachten in een asielzoekerscentrum op een besluit over onze asielaanvraag. Als iemand besloot dat een asielzoekerscentrum gaat sluiten, moet jij weer naar de volgende.” Hij mocht niet bij mijn zus samen wonen omdat hij al 18 was. Uiteindelijk kreeg hij een aparte kamer, vlakbij Zwolle. “Het eerste dat ik wilde, is studeren. Iets in de zorg, want ik ben sociaal. Maar dat mocht niet. En als je niets mag doen, ga je aan je trauma denken. Als je wel mee kunt doen in de maatschappij, kom je niet in de stilte. Maar door die stilte voor mij wel naar boven kwam, kreeg ik last van mijn PTSS. En zo moest ik heel lang in therapie.” Gelukkig hielp dat; Sulai kan nu goed met zijn nare ervaringen omgaan.

Niet in 1 hokje

Zijn zus woonde in Rotterdam, waar Sulai dan ook regelmatig een bezoekje aan bracht met de bus. “Daar voelde ik me thuis. Want ik zag daar verschillende culturen en toch was iedereen verbonden. Ook vond ik het leuk dat mensen mijn achtergrond verschillend inschatten: Suriname, Portugees… Dus mensen kunnen me niet in 1 hokje duwen.” Dus besloot hij in 2000 om zich officieel te vestigen in Rotterdam. 

Zorgen voor elkaar

Gelukkig kreeg hij in Rotterdam alle hulp die hij nodig had. “Je hebt verschillende buurthuizen en instanties die je helpen. Je kunt altijd ergens terecht als iets je dwars zit. Er wordt voor elkaar gezorgd. Vooral in Delfshaven.” En hij geeft dat ook terug aan anderen. Sinds 2022 is hij aangesloten bij Zorgvrijstaat, een organisatie dat werkt aan zorgzame buurten. Daar geeft hij nu ademhalingslessen. Want hij denkt dat we elkaar altijd nog beter kunnen helpen. “We mogen nog meer voor elkaar zorgen en nog meer een gemeenschap vormen in Rotterdam.”

Goede Tijden, Slechte Tijden

Hij doet zijn verhaal in vloeiend Nederlands. Terwijl hij nooit les heeft gehad. “Ik keek ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ en ‘Onderweg naar Morgen’,” verklaart hij lachend. “Ook had ik een Nederlandse vrouw, dat helpt ook.”

 

Want to read more stories?