170+ Rotterdammers
Chris heeft zijn Nederlandse burgerschap te danken aan Ivo Opstelten. “Hij gaf ons dat cadeau voor ons vrijwilligerswerk bij Utopia,” vertelt de Amerikaan. Chris en zijn partner kwamen in contact met dit sociale project toen ze hun huis kochten in Spangen. “We hadden niet per se veel connectie met de wijk, maar wel met ons gebouw. Vele bewoners waren eerste generatie migranten, sommige illegalen, drugsdealers of prostituees. Toen kwamen we in contact met het Utopia-project waarmee we de wijk konden verbeteren. Dat hebben we gedaan. Dat project werd zo’n succes, dat elke politicus uit Den Haag bij ons kwam kijken wat we deden. Zo ook burgemeester Opstelten.
Hij woonde toen al een tijd in Nederland. Eerst in Zutphen, bij zijn partner Harm. Die had hij eerder leren kennen via werk voor een transportbedrijf in ‘92 in Amsterdam. “Want dat was de kern van logistiek van Europa,” verklaart hij. Hij bleef heen en weer reizen tussen Nederland en de Verenigde Staten. Totdat hij in 2000 een kans kreeg om partners te worden in een bedrijf in Londen. “Maar dat werkte niet. Het was mijn eerste keer dat ik in het buitenland woonde. Maar ik wilde niet terug naar de Verenigde Staten. Dat is toch een plezierige gevangenis. Je kunt alles doen, maar niet naar buiten. Ik wilde naar Europa.” Zijn liefde Harm woonde in Zutphen en stelde voor om samen te wonen. Daar hoefde Chris niet langer over na te denken. “Een van die dingen die ik zo geweldig aan jullie land vind, is dat je met hetzelfde geslacht mag trouwen.” Even later verhuisde Chris al zijn spullen naar Zutphen.
Een gat in de wet
Chris ontdekte dat het in die tijd niet zo makkelijk was om lang in Nederland te mogen blijven. “Volgens het beleid van Rita Verdonk toen mocht ik maar 90 dagen blijven. Dus we vonden een IND-medewerker die een gat in de wet vond. Als ik mijn Amerikaanse bedrijf Nederlands maakte, mocht ik blijven. Dus dat heb ik gedaan. Ik heb mezelf ingehuurd en mezelf als medewerker beoordeeld, dat was heel gek. Ik heb kruisjes aangevinkt over mezelf die zeiden dat ik een goede man was. Maar het werkte,” lacht hij. Toen hij eenmaal mocht blijven, kreeg hij een baan op de Erasmus universiteit door iemand die hij had leren kennen in Londen. Nog geen jaar later verhuisde hij naar Rotterdam.
Rotterdam bekend om diversiteit
Hij had de stad wel al eerder bezocht. “Toen vond ik het koud en regenachtig. Ik vond het ook moeilijk om verbinding te maken met mensen. Dat was in andere Nederlandse steden toch anders.” Hij was niet zo onder de indruk van de diversiteit van de stad. “Dat ken ik al vanuit Los Angeles. En zelf ben ik ook multinationaal. Ik ben Noors, Zweeds, Pools, Russisch, Iers en Engels. Allemaal in 2 generaties. Dát is Amerika.” Daarom voelt hij zich thuis in Spangen, een wijk met allerlei soorten mensen. “Wij hebben homo’s, joden, moslims, kinderen, en we accepteren het allemaal.” Toch hoopt hij dat Rotterdam meer bekend gaat staan om deze diversiteit. “Dat het zich meer uitspreekt voor migratie voor heel Europa. En dat we daarom bekend gaan staan.”
Acceptatie van homoseksuelen
Inmiddels is Chris met Harm getrouwd. Ondanks dat hij blij was met deze mogelijkheid, ziet hij het niet als een blijk van acceptatie van homoseksuele stellen. “Dat homo’s hier kunnen trouwen, had meer te maken met het idee dat wij rijker zouden zijn en belasting kunnen betalen.” Hij heeft het idee dat vele mensen nog conservatief denken over homoseksuelen. “Wij hadden moeite om buiten onze bubbel geaccepteerd te worden. Zo werden we laatst op straat aangesproken door kinderen. Zij vroegen ‘Wie neukt wie?’.” Zijn ervaringen met het gebrek aan acceptatie gaan helaas verder dan alleen met kinderen. “Ook al hebben we dezelfde rechten als heteroseksuelen, wij zijn toch anders. Dat moeten we zelf ook elke dag ontdekken, er is nog weinig verleden en er zijn weinig tradities voor ons. Omdat wij geen kinderen hebben en hoeven te beschermen, proberen wij bijvoorbeeld niet monogaam te zijn. We hebben veel vrienden. Zo woonde hier nog een andere man praktisch met ons. Dat werd wel getolereerd, maar we voelden dat het eigenlijk niet hoorde, we kregen weinig steun.”
Chris owes his Dutch citizenship to Ivo Opstelten. “He gave us that gift for our volunteer work at Utopia,” the American explains. Chris and his partner came into contact with this social project when they bought their house in Spangen. “We didn’t necessarily have much of a connection to the neighbourhood, but we did have a connection to our building. Many residents were first-generation migrants, some illegal immigrants, drug dealers or prostitutes. Then we came in contact with the Utopia project through which we could improve the neighbourhood. We did that. That project became such a success that every politician from The Hague came to see what we were doing. So did Mayor Opstelten.
He had already been living in the Netherlands for some time. First in Zutphen, with his partner Harm. He had met him earlier through work for a transport company in Amsterdam in ’92. “Because that was the core logistics of Europe,” he explains. He kept travelling back and forth between the Netherlands and the United States. Until, in 2000, he got a chance to become partners in a company in London. “But that didn’t work out. It was my first time living abroad. But I didn’t want to go back to the United States. That’s a pleasure prison anyway. You can do everything, but not go outside. I wanted to go to Europe.” His love Harm lived in Zutphen and suggested they live together. Chris didn’t have to think about that any longer. “One of those things I love about your country is that you can marry the same sex.” Moments later, Chris moved all his belongings to Zutphen.
Passing Rita Verdonk
Chris discovered that at the time it was not so easy to be allowed to stay in the Netherlands for a long time. “According to Rita Verdonk’s policy back then, I was only allowed to stay for 90 days. So we found an IND employee who found a hole in the law. If I made my US company Dutch, I was allowed to stay. So that’s what I did. I hired myself and assessed myself as an employee, which was very crazy. I ticked crosses about myself that said I was a good guy. But it worked,” he laughs. Once he was allowed to stay, he got a job at Erasmus University through someone he had met in London. Less than a year later, he moved to Rotterdam.
Rotterdam known for diversity
He had visited the city before, though. “Then I found it cold and rainy. I also found it difficult to connect with people. Surely that was different in other Dutch cities.” He was not so impressed by the city’s diversity. “I already know that from Los Angeles. And I’m multinational myself. I’m Norwegian, Swedish, Polish, Russian, Irish and English. All in two generations. That’s America.” That’s why he feels at home in Spangen, a neighbourhood with all kinds of people. “We have gays, Jews, Muslims, children, and we accept it all.” Still, he hopes Rotterdam will become more known for this diversity. “That it speaks out more for migration for the whole of Europe. And that we become known for that.”
Gay acceptance
Meanwhile, Chris married Harm. Despite being delighted with this opportunity, he does not see it as showing acceptance of gay couples. “That gays can marry here had more to do with the idea that we would be richer and could pay taxes,” he says. He feels that many people still think conservatively about homosexuals. “We struggled to be accepted outside our bubble. For instance, the other day we were accosted on the street by children. They asked ‘Who fucks whom?'”
His experiences of the lack of acceptance unfortunately go beyond children. “Even though we have the same rights as heterosexuals, we are different. We have to discover that ourselves every day, there is little past and there are few traditions for us. For example, because we don’t have children and don’t have to protect them, we don’t try to be monogamous. We have many friends. For instance, another man practically lived here with us. That was tolerated, but we felt it wasn’t actually supposed to be, we didn’t get much support.”